Vaste planten zijn kruidachtige planten – dus geen bomen of heesters – en vormen een brede groep tuinplanten voor toepassing in de vaste plantenborder of in pot op het terras. Zo worden tot de verzamelnaam van vaste planten ook rotsplanten, siergrassen, tuinvarens, kruidenplanten, bodem bedekkende vaste planten en schaduwplanten gerekend.
Vaste planten vormen het kleurenpallet van een tuin. In de lente verschijnt het frisse groen en komen de bovengrondse plantendelen tot leven. Vaste planten bieden een pracht scala aan kleurige bloemen met uiteenlopende bloeitijden van het vroege voorjaar tot het late najaar. Het vaste plantenassortiment omvat planten van verschillende hoogten van zeer laag bodem bedekkend tot metershoge solitairen. Verrassend zijn vaak ook bladvorm en bladkleur. In het najaar sterven – uitgezonderd de groenblijvende soorten – de bovengrondse delen af, maar de kruidachtige worteldelen onder de grond overleven en bereiden zich in de winter-rustperiode voor op het volgende groeiseizoen. Na de winterrust, in het voorjaar begint de cyclus weer van voren af aan.
Tuincentrum D`n Heikant in Aarle-Rixtel biedt u een zeer breed assortiment vaste planten waarmee u een schitterende borderbeplanting kunt samenstellen. Bij Tuincentrum D`n Heikant vindt u meer dan 1250 soorten vaste planten, rotsplanten, siergrassen, bamboe, vaste tuinkruiden, bodembedekkers en schaduwplanten.
Onder bodembedekkers verstaan we een groep planten die snel een netwerk van wortels en bladeren vormen en daarmee grote oppervlakten afdekken. Ze zijn de laatste jaren erg populair geworden. Bodembedekkers geven onkruid geen kans om te groeien omdat ze zelf het gehele grondgebied bedekken.
Bodembedekkers zijn voornamelijk lage, bijna kruipende planten en worden ook veel toegepast als vervanging van gazons. De meest populaire bodembedekkers zijn de Pachysandra en Vinca.
Een mooie rotstuin is genieten op de vierkante meter. Want op de plaats die één doorsnee tuinstruik inneemt, groeien en bloeien tientallen verschillende soorten rotsplanten. Bovendien is rots tuinieren niet moeilijk, zolang u maar rekening houdt met de afwijkende behoeften van de planten. Met deze tips bent u praktisch verzekerd van succes.
De puinhellingen van het hooggebergte vormen hun thuisland. Rotsplanten zijn gewend aan schrale, goed waterdoorlatende grond en veel zon. In de lange bergwinters worden ze door een dikke laag sneeuw beschermd tegen de ergste kou. Om het ze in ons lage landje naar de zin te maken, moeten we deze omstandigheden zo goed mogelijk nabootsen.
Kies voor uw rotstuin een zonnige plek, het liefst op een natuurlijke helling. U kunt ook zelf een helling maken door keien en natuurstenen op te stapelen. Uw tuincentrum biedt u hierin een ruime keuze. Is de waterdoorlatendheid van de grond slecht, graaf dan eerst 30 cm weg en vul het gat voor de helft met puin, waarop u een laag met wit zand vermengde aarde aanbrengt. Nu kunt u beginnen de stenen te stapelen. Graaf de stenen gedeeltelijk in en zorg dat de mooiste kant zichtbaar is. Let erop dat er geen verse breukplekken te zien zijn, want steen verweert heel langzaam. Is uw berglandschap naar uw zin, dan kunt u de kieren tussen de stenen opvullen met aarde en de planten op hun plek zetten.
Kijk eens op uw gemak rond bij uw tuincentrum, u vindt er een grote variatie in kleur, vorm en grootte. Een paar planten die in uw rotstuin niet mogen ontbreken zijn huislook (Sempervirum), Sedum, Cerastium en Saxifraga. Daarnaast horen er natuurlijk ook een paar mooie dwergheesters en conifeertjes bij. Als u bovendien nog wat verwilderende bollen plant, heeft u van het vroege voorjaar tot de late herfst kleur in uw rotstuin. Nog meer rotstuinideeën Rotsen en water vormen een prachtige combinatie. Met een rotstuin aan de rand van uw vijver of met een klein vijvertje in het laagste punt van uw rotstuin, laat u twee avontuurlijke werelden op een natuurlijke manier in elkaar overgaan. Heeft u geen ruimte voor een miniatuur berglandschap, dan kunt u rotsplanten ook heel goed in een losgestapelde muur planten of in een mooie terracotta bak of natuurstenen trog op het terras.
Gebruik liever een paar grote brokken steen dan veel kleine, dat geeft uw rotstuin een natuurlijk aanzien.
De meeste varensoorten zijn (sub)tropisch en kunnen in ons land alleen maar als kamerplant worden gehouden. Maar er zijn ook varens die de Nederlandse winters zonder probleem overleven. Een aantal is inheems en komt van nature in onze bossen voor.
Het grote verschil tussen varens en de meeste andere planten is de wijze van voortplanting. In plaats van zaad ontwikkelen varens aan de onderkant van de vruchtbare bladeren sporen. Dit zijn als het ware plantjes in aanleg. De sporen vallen op de grond als ze rijp zijn. Uit de versmelting van sporen groeien de nieuwe varentjes.
Varens houden van vocht en van schaduw. Daarom doen ze het zo goed in smalle, omsloten stadstuinen. Maar in iedere tuin is wel een plekje te vinden dat te donker is voor bloeiende zomerplanten. Met een mooie combinatie van winterharde varens wordt dat een oase van rust en koelte. Waar varens het naar hun zin hebben, groeien ze uit tot goede bodembedekkers. Let er wel op dat sommige soorten erg kunnen woekeren.
Varens combineren, zonder opdringerig te zijn, mooi met andere schaduwminnende planten. Maar u kunt hun sierlijke veerbladeren ook gebruiken om bijvoorbeeld een verweerde en bemoste tuindecoratie te omgeven. Door tuinelementen als beelden, vazen of drinkbakjes half te verhullen, creëert u romantische doorkijkjes.
De koningsvaren is inheems in Nederland. Op vochtige plekken kan hij uitgroeien tot een reus van 2 meter hoog.
De bekendste varensoort. Hij kan een hoogte bereiken van zo’n 75 centimeter.
Wordt evenals de wijfjesvaren ongeveer 75 centimeter hoog, maar heeft veel langere bladeren. Deze varen is een echte woekeraar, wat hem geschikt maakt als bodembedekker voor grotere stukken schaduwgrond.
Een varen die genoegen neemt met schrale, zandige grond. Hij dankt zijn naam aan het feit dat hij zelfs aan de voet van een eikenboom groeit.