Nu de wintertijd weer is begonnen, is het tijd de tuin winterklaar te maken! Om het nieuwe jaar vrolijk te beginnen met voorjaarsbloeiers als narcissen, krokussen en hyacinten, moeten de voorjaarsbollen nu de grond in. Doe dit alleen mits het niet vriest.
Lege potten en bakken die niet vorstbestendig zijn, haal je naar binnen. Ook de planten die niet winterhard zijn, zoals kuipplanten, moet je binnen zetten, in een lichte ruimte waar de temperatuur tussen de 5° en 10° C ligt. Een goede ruimte hiervoor is bijvoorbeeld de serre, of een bijkeuken. In het vroege voorjaar kunnen de potten en planten weer de tuin in. Maak de potten goed schoon voordat ze naar binnen gaan en controleer de planten op slakken en andere beestjes. Geef de planten matig water als ze binnen staan. Eenjarige bloeiers zoals lobelia en petunia zijn nu uitgebloeid en kun je weggooien.
Sommige struiken, zoals de kiwi of druif, moeten gesnoeid worden. Doe je dat in de lente, dan ‘bloeden’ ze dood. Deze struiken hebben wat extra bescherming nodig in de winter. Zet daarom een koker van kippengaas om de struik en vul deze met bladeren. Groenblijvende hagen en de meeste bladverliezende hagen kunnen ook gesnoeid worden. Dit geldt tevens voor de klimop, blauwe regen en fruitbomen. Struiken die in het voorjaar bloeien, zoals de Forsythia, moet je niet snoeien, anders bloeien ze niet. Deze struiken bloeien namelijk op het hout dat in de zomer is gevormd.
Zolang het niet vriest is de herfst een goed jaargetijde om bomen, heesters, rozen en vaste planten in de tuin te zetten. De grond is nog warm van de zomer en de temperatuur is ook nog goed. Een ander voordeel is dat de planten voor de winter al geworteld zijn waardoor ze in het voorjaar meteen kunnen uitlopen.
Zomerbollen die je over kunt houden, bijvoorbeeld de dahlia en begonia, haal je nu de grond uit. Schud de aarde er goed af en leg ze te drogen op een beschutte plaats. Als de bollen droog zijn, kun je ze op een vorstvrije plaats in een oude krant of in een kistje met turfmolm bewaren. Jonge fruitbomen kun je het beste half november planten in de volle grond. Zitten er nog bladeren aan, verwijder deze dan voor het planten.
Haal de gevallen bladeren uit de vijver en verwijder dode vijverplanten. Gras kun je nu nog een keertje maaien. Hou de lengte op 3 tot 4 centimeter en verwijder de laatste gevallen bladeren van het gras. Deze bladeren kun je gebruiken om planten die half winterhard zijn, te beschermen tegen de kou. Het tuinmeubilair kun je nu schoonmaken en naar binnen halen. Sluit de buitenkraan af en laat de tuinslang leeg lopen en berg ‘m op. Rozen zijn grotendeels winterhard, alleen de oculatieplek is gevoelig voor vorst. Deze plek herken je als een verdikking net boven de wortels. Bij stamrozen zit ook bovenaan de stam een oculatieplek. Die kun je met stro ombinden en zo tegen vorst beschermen.