Snoeien is het verwijderen van delen van planten. Het kan hierbij gaan om kruidachtige delen bij kruidachtige planten, druiven alsook houtigedelenbij struiken en bomen.
Bij planten die alleen op tweejarig hout bloeien moet opgepast worden met snoeien, want anders kunnen er geenbloemen ontwikkelen.’
Snoeien blijft voor veel tuinbezitters een bron van twijfels. Haal ik wel genoeg weg, of juist teveel? Moet ik in de lente of in de herfst snoeien. Zal de plant volgend jaar wel bloemen krijgen? Voor verschillende planten, bomen en heesters gelden inderdaad uiteenlopende snoeivoorschriften. Vraag dus bij twijfel gerust om raad bij uw tuinadviseur. Met deze tips geven we u alvast een aantal algemene snoeiprincipes.
Gebruik altijd scherp gereedschap, want door rafelige snoeiranden kunnen de scheuten afsterven. Voor dunne takken is een goede snoeischaar geschikt (er zijn speciale scharen voor linkshandige), voor dikkere takken vindt u bij uw tuincentrum ondermeer snoeizagen en takkenscharen.
Bestrijk grote snoeiplekken met een wond afdekmiddel om infecties te vermijden.
Snoei altijd op een oog (een vakterm voor een groeiknop) dat naar buiten wijst. Zo stimuleert u een brede, open groei.
Snoei 0,5 cm boven het oog. Als u te hoog snoeit kan het uiteinde afsterven, waardoor ziektekiemen meer kans krijgen.
Snoei zo dicht mogelijk op de stam, laat geen stompen uitsteken.
Zware takken kunt u afzagen. Zaag ze eerst van onderen een stukje in, zodat ze niet kunnen afscheuren en de stam beschadigen.
Vormsnoei
Om de gewenste vorm te krijgen, zult u veel planten en bomen een beetje moeten helpen door storende elementen weg te halen. Vormsnoei is gericht op een symmetrische ontwikkeling, waarbij de natuurlijke groeiwijze wordt benadrukt.
Snoeien om te groeien
Veel struiken groeien voller als u ze in het voorjaar fors terugsnoeit.
Verjongingssnoei
Bij flink uitgegroeide struiken kunt u het oude hout zo diep mogelijk wegknippen. De frisse, jonge takken krijgen dan meer ruimte voor een gezonde groei.
Snoeien om te bloeien
Rozen, maar ook heide en een aantal andere planten, bloeien rijker als ze in het voorjaar worden teruggesnoeid. De bloemen komen op de sterke, jonge scheuten, die zich dankzij de snoeibeurt goed kunnen ontwikkelen. Het snoeien van rozen wordt behandeld in een aparte Tuintip.
Het juiste moment
Voor de meeste bomen, struiken en planten is februari de beste tijd om te snoeien. Dan is de groeiperiode nog niet begonnen en is de strengste vorst hopelijk voorbij. Heesters die voor 21 juni – de langste dag – bloeien, snoeit u na de bloei, in de zomer. Als u ze in het voorjaar snoeit, knipt u namelijk ook de bloemknoppen weg die zich al in het voorgaande najaar hebben gevormd. Druiven zijn hierop een uitzondering; daar komt de sapstroom al in januari op gang. Snoei de druif dus voor nieuwjaar, anders kan ze leegbloeden.
Meer weten?
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over snoeien wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.
Rozen bestaan er in heel veel vormen en kleuren. Deze koningin der bloemen beloont ons ieder jaar met een pracht aan bloemen op voorwaarde dat we de plant juist snoeien en onderhouden. De meeste rozen bloeien van ongeveer half juni tot eind oktober. Sommige variëteiten zijn herbloeiend (remonterend) en bloeien iets langer. De roos is een doorlevende plant. Deze kan meerdere jaren na elkaar blijven leven en bloeien. De roos is in onze streken meestal winterhard. Bij heel strenge winters is het aangewezen om de roos wat te beschutten. Rozen zijn er in honderden kleuren (variëteiten of rassen) en in vele vormen; de bodembedekkende roos, de struikroosroos, de stamroos, de heesterroos, de liaanroos.
Ook de bloeivorm kan verschillen:
Enkelvoudige bloemen; bijvoorbeeld de wilde rozen; Rosa canina, Rosa rugosa.
Grootbloemigen; bijvoorbeeld Thee-hybriden vb. : ‘Sabine’ (roze kleur)
Trosbloemigen; meer bloemen per stengel vb. : ‘Schneeuwitchen’ (wit), ‘Nina Weibull’ (rood)
Kleinbloemigen; veel kleine roosjes op 1 tak vb. : Rosa ‘The Fairy’
Gevuldbloemigen: een gevulde “dubbele bloem” vb. : bij sommige Engelse rozen of bij sommige Meilland rozen.
De nieuwe bloemen komen op takken die nog hetzelfde jaar gegroeid zijn: dus op de pas gemaakte scheuten. Dit wil zeggen dat men de rozen gerust “kort” mag snoeien. Bij klimrozen moet je eerst een “gesteltak” kweken en pas daarna snoeien.
Voor je aan het snoeien gaat is het noodzakelijk om je te voorzien van een degelijke, kwaliteitsvolle, goed snijdende snoeischaar. Besteed in de maanden voor het snoeien aandacht aan het onderhoud van je snoeigereedschap; slijpen van het lemmet, inoliën. Dit verhoogt zeker het snoeiplezier.
Daarnaast is het noodzakelijk je te voorzien van een degelijk, liefst diklederen paar handschoenen. Dit om pijnlijke prikken en splinters in de vingers te voorkomen.
Bij het snoeien van rozen is het aan te raden om niet je beste en mooiste wollen trui te dragen, draag dus aangepaste kledij.
Indien je met bovenstaande raadgevingen rekening houdt zal je zeker veel plezier beleven aan het jaarlijks snoeien van je rozen.
Met de wintersnoei bedoel ik dat de rozenstruik een beetje wordt ingesnoeid tot op ongeveer 40 cm hoogte. Hierbij worden de rozenbottels weggesnoeid zodat er geen energie meer gaat naar het vormen van het zaad. Wie echter deze bottels graag ziet mag deze snoei overslaan.
De struik staat er iets “netter bij, dit is ook een moment waarbij men kan groencompost tussen de rozenstruiken leggen.
Voor mezelf is deze snoei echter ook het moment om de rozen en de plaats waar ze staan nog een onderhoudsbeurt te geven; wieden, de grond goed los maken met de cultivator.
Ook een mogelijkheid is het aanbrengen van een mulchinglaag rond de oculatie, met bijvoorbeeld boomschors of verhakseld snoeihout. (De oculatie is de plaats waar de rozenonderstam is “geoculeerd” of gegriffeld met een variëteit.)
In de winterperiode (rond februari) kan men ook eventueel een onderhoudbemesting inwerken, liefst met een organische meststof. De roos van een bemesting voorzien is eigenlijk wel noodzakelijk om een mooie gezonde en krachtige roos te verkrijgen.
Soms zit er in dit dode hout reeds een larve van een rups.
Takken insnoeien tot op twee ogen.
De eigenlijk snoei van de struikroos gebeurt best bij het begin van de lente; maart, na de strengste vorst.
Snoeimethode:
Verwijder eerst alle dode bruine hout. Soms zit er in dit dode hout reeds een larve van een rups.
Let er op dat er rond de basis van de roos geen andere planten staan, bijvoorbeeld een bodembedekker. Zorg ervoor dat de oculatie vrij wordt gemaakt, zodat er zich later nieuwe scheuten vanuit de oculatie kunnen vormen.
Verwijder alle grondscheuten zo diep mogelijk; dit is wildopslag afkomstig van de wilde wortel.
Snoei de takken in tot op twee ogen. Snoei liefst op een oog naar buiten toe gericht. Verwijder alle zwakke, dunne takjes want deze geven toch zwakke, weinig of niet bloeiende scheuten.
Verwijderen van de mulchinglaag indien nodig, rond de roos onkruidvrij maken.
Rond maart – april kan een lichte bijbemesting gegeven worden om de noodzakelijke hergroei te bevorderen.
In de vroege lente kan men de rozen eens spuiten met een zacht schimmeldodend middel tegen de valse meeldauw en de roestziekte.
Rozen hebben ook vaal last van bladluizen. Spuit hiertegen met een zacht insectendodend middel.
In de nazomer kunnen de uitgebloeide rozen weggesnoeid worden om nog een nabloei te bevorderen.
Ik wens je alvast veel bloemen en veel plezier met je prachtige rozenaanplanting!
Hortensia’s snoeien vereist de nodige kennis over de groei en bloemontwikkeling van de plant. Verkeerd Hortensia’s snoeien kan resulteren in een jaar geen bloemen.Met gewone hortensia wordt meestal Hydrangea macrophylla bedoeld. Het is de typische hortensia met bolvormige bloemen, waarvan zowel redelijk winterharde tuinvormen bestaan als zachte kamerplanten, meestal éénkleurig in roze, rood, wit of blauw.
Er is nog een andere hortensia die hier erg op lijkt en die eveneens in vele cultivars te koop is. Dat is Hydrangea serrata. Deze twee hortensia’s verschillen wel wat de standplaats betreft, niet qua snoei. Hydrangea serrata heeft meer last van de zomerdroogte en moet dus wel zeker in de halfschaduw worden geplant. De snoei van zowel ‘gewone’ Hydrangea macrophylla als van Hydrangea serrata is ingewikkelder dan die van de andere hortensia’s.
Ik probeer het uit te leggen in een achttal stappen:
Laat de struik, met de verwelkte bloemen, zolang mogelijk onaangeroerd. Late lentevorst heeft dan minder vat op de planten. Snoei in het begin in principe zo weinig mogelijk. Ga na een jaar of twee, drie als volgt te werk. In de lente, niet voor maart, april gaat u tak voor tak na waar de knoppen zitten. Een tak met een eindknop, dus helemaal aan de top, knipt u niet in. U kunt wel de verwelkte bloemen aan de zijtakjes wegknippen.Als de verwelkte bloemen bovenaan een stevige tak staan, knipt u de tak door, juist boven het bovenste paar gezonde knoppen.Als dat gebeurd is, knipt u bij oudere struiken de oudste takken tot tegen de grond weg. Die takken zien beduidend grijzer dan de jongere.Ingevroren, nog jonge takken snoeit u steeds terug tot op een gezond knoppenpaar. Tenslotte mag u alleen een-, twee-, en driejarige takken overhouden. Vierjarige worden onherroepelijk weggesnoeid. Wanneer u de gewone hortensia’s te diep snoeit, krijgt u heel veel blad en geen bloei en dat is de klacht van vele onervaren hortensiabezitters.
Er bestaat trouwens nog een andere hortensia met bolronde bloemen.
Dat is Hydrangea arborescens ‘Annabelle’, een 1 tot 1,25 m hoge en brede struik met witte bolvormige bloemen, met een diameter van ruim 20 cm. De bloemen verbloeien naar olijfgroen. Deze hortensia bloeit op het hout dat in het voorjaar wordt aangelegd. Deze Hydrangea kunt u in tegenstelling tot de gewone hortensia in maart tot 30 cm van de grond insnoeien. Omdat zijn bloemknoppen niet kunnen bevriezen is Hydrangea arborescens ‘Annabelle’ een prima struik voor streken met veel vroege en late nachtvorst zoals Kempen en de Ardennen.Heel anders is de snoei van de houthortensia of Hydrangea paniculata. U kunt de houthortensia in het voorjaar tot ongeveer tien cm boven de grond terugsnoeien. Na verloop van vele jaren ontstaat een grillige verdikking waaruit elk jaar nieuwe takken ontstaan. Het is ook mogelijk om de houthortensia hoger te snoeien en zo echte gesteltakken te doen ontstaan, waaruit elk jaar nieuwe bloemtakken groeien. De outhortensia kan ook op stam worden gesnoeid. Oudere exemplaren kunnen een hoogte van 2,5 meter bereiken. De houthortensia heeft witte bloemen. In Nederland wordt hij pluimhortensia genoemd. In onze streken gebruiken veel mensen de term ’schapenkoppen’. Eind augustus verkleuren de bloemen langzanerhand naar een donker roze. Meestal wordt de variëteit ‘Grandiflora’ aangeboden. Als u stevig snoeit, krijgt u grotere bloemen.Een recentere introductie in de kwekerijen in Nederland is Hydrangea quercifolia, letterlijk de ‘eikenbladige hortensia’. Hij heeft een prachtig blad dat fraai verkleurd in de herfst. De bloemen zijn wit, maar niet zo spectaculair. Hydrangea quercifolia kan diep worden teruggesnoeid. Hoger wordt de Hydrangea sargentiana, een hortensia met grote vlakke bloemschermen. Hij is na enkele jaren winterhard en kan op beschutte plekken 2 meter hoog worden. Snoeien kan, zoals bij houthortensia of de ‘gewone’ hortensia, als u de struik lager wilt houden. De klimhortensia, Hydrangea petiolaris, verlangt in principe geen snoei. De verwelkte bloemen kunnen in ieder seizoen weggeknipt worden.
Al jaren achtereenvolgend staat Buxus in de top 10 van meest verkochte tuinplanten. Hij is mateloos populair bij vele tuinliefhebbers. En dat is natuurlijk niet voor niets.
Het is een makkelijke plant die zich prima leent voor allerlei toepassingen in de tuin. Buxus wordt nooit toegepast in losse vorm maar uitsluitend in snoeivorm. Veruit het meest wordt hij gebruikt als heg(je). Andere toepassingen zijn de buxusbol of buxuswolk maar ook als gesnoeide vorm zien we hem regelmatig toegepast.
Hoe Buxus knippen ?
Het knippen dient vooral vaak te gebeuren. De meeste tuinliefhebbers beperken het aantal knipbeurten tot 2 keer in het jaar. Wil je echt mooie buxus in je tuin dan moet je minimaal 4 keer in het seizoen gaan knippen. Vooral voor grotere exemplaren is dit van belang. De plant wordt hierdoor veel voller en sterker. Bovendien geven ze een veel mooier beeld.
Een probleem bij te snel gegroeide en te weinig geknipte buxusbollen is dat ze bij regen-en sneeuwval uitzakken waardoor er een gat in de bol onstaat. Ook als je begint met een kleine maat plant ga je hem dus al regelmatig snoeien voor de stevigheid. Je behoeft de plant alleen niet geheel terug te knippen tot op de oude snede. Anders kan je nooit groter komen.
Wanneer Buxus knippen ?
Knip de eerste keer al vrij vroeg in het seizoen, zo begin mei. Hou daarna de groei in de gaten. De volgende knipbeurten doe je telkens als de nieuwe scheutjes zo’n 4 à 5 cm lang zijn. In de periode van felle zonneschijn (jul.-aug.) is het belangrijk niet geheel terug te knippen tot op de oude snede. Maar iets hoger. Dit voorkomt verbranding(bruinverkleuring).
De eerstvolgende knipbeurt na deze periode kan je dan weer terug naar de oorspronkelijke kniphoogte. Na half september is het verstandig de buxus niet meer te knippen anders heeft de plant niet meer de tijd om voldoende af te harden voor de winter.
De beste periode om de wintersnoei van de druif uit te voeren is van half december tot half januari. Een bekend fenomeen bij het snoeien van druiven is het “bloeden”.Van een druif is bekend dat hij eeen heel sterke sapstroom heeft. Deze komt zeer vroeg in het seizoen op gang. Bij zacht weer zelfs al in februari.
Wanneer je de druif te laat snoeit zal de plant gaan bloeden. Uit de afgekipte takken zal dan het plantsap stromen. Dit kan in het voorjaar behoorlijk heftig zijn en de plant verzwakken. Het snoeien kan dan beter uitgesteld worden tot in de zomer wanneer de plant volop in blad zit.
Bij het snoeien van druiven is het belangrijk onderscheidt te maken tussen hoofdranken en zijscheuten. Je kunt de plant zo laten ontwikkelen dat je hoofdtakken (ranken) hebt met daaraan zijtakken (scheuten) waar de vruchten aan kunnen groeien. De hoofdranken moeten een onderlinge afstand hebben van z’n 50 cm. Alle takken die niet gaan dienen als hoofdrank kun je op voorhand al weg snoeien.
Zijn de hoofdranken bepaald dan kunnen vervolgens de zijscheuten van de hoofdrank gesnoeid worden. Alle dunnen scheuten (minder dan een 1/2 cm doorsnee) kunnen geheel weggenomen worden. De restende scheuten dienen een onderlinge afstand te hebben van 20-30 cm. Het te veel aan scheuten kun je ook weer in zijn geheel wegknippen.
De nu nog overgebleven scheuten ga je inkorten op 2-3 ogen. Een oog is een verdikking op de tak waar een blad of een scheut uit zal ontwikkelen. Is het lastig voor je om dit te onderscheiden dan kun snoeien op zo’n 10 cm vanaf de hoodrank dan zit je meestal wel aardig goed.
Klimplanten als kamperfoelie, klimop of blauwregen moet je regelmatig snoeien om ze mooi te onderhouden.
Indien je kamperfoelie tot zijn maximale lengte wilt laten groeien, moet je hem ondersteunen met metaaldraad, latwerk of gelijkaardige steunelementen. Indien je daarentegen niet veel plaats hebt, moet je kamperfoelie jaarlijks snoeien om de groei binnen de perken te houden.
Wildgroei verwijder je best pas nadat de kamperfoelie gebloeid heeft. Variëteiten die pas in de late zomer bloeien, moet je in de lente snoeien. Lonicera japonica wordt best om de 2 à 3 jaar afgesneden tot 1 meter, anders wordt deze plant te zwaar aan de top.
Deze plant is eerder geneigd om in de hoogte te groeien dan in de breedte. Indien ze niet tijdig gesnoeid wordt, kan ze veel plaats gaan innemen. Beperk de groei door elke winter oude, te sterk begroeide ranken weg te snijden. Vermijd ook dat de wingerd goten, ramen en regenpijpen overwoekert en snoei hem elke winter – en indien nodig ook in de bloeiperiode.
De snoeiregels voor clematisplanten variëren volgens hun bloeiperiode, maar een algemene regel is dat je alle dunne, zwakke of beschadigde scheuten volledig moet verwijderen, desnoods tot op grondniveau.
Blauweregen (wisteria) moet je in de zomer snoeien. Dan krijgt ze geen kans om te overwoekeren, maar kunnen de bloemen aan nieuwe zijscheuten nog bloeien voor de blauweregen gesnoeid wordt.
Begin juli is de plant ongeveer twee maanden uitgebloeid. Dan kan je dezijscheuten snoeien en ineengestrengelde ranken bijsnijden tot op 5 à 6 blaadjes van de hoofdtak. In de winter moet je de zijscheuten opnieuw snoeien en daarbij slechts 2 à 3 knoppen overlaten. Volgende lente zullen die dan bloemen dragen. Snijd in de winter ook alle oude, in elkaar verstrikte of overdreven lange ranken af, zodat de blauweregen dichtbij haar ondersteuning blijft groeien.
Klimop bedekt een volledige muur voor je het weet en heeft dus geen extra stimulans nodig. Als je het groeiproces toch nog wilt bespoedigen, kan je enkele lange ranken langs de voet van de muur leiden.
In de eerste groeistadia moet klimop niet gesnoeid worden. Pas als de hele muur bedekt is, kan je elk jaar in april scheuten bijsnijden en eventueel nog eens in de zomer. Indien de plant te zwaar wordt aan de top, kan je de overvloedige groei daar wegsnoeien. Houd uitlopers weg van regenpijpen en goten.